Eenvoudig
Ladingzekering is complex, maar met moderne middelen kan zekeren van bouwmaterialen toch eenvoudig zijn.
De twee belangrijkste Europese regels zijn: Bij remmen moet naar voren toe 80% van het ladinggewicht tegengehouden worden. En in een bocht moet zijwaarts 50% van het gewicht gezekerd zijn.
3 basis manieren om lading te zekeren
Lading blijft staan door de natuurlijke wrijving. Een antislipvloer houdt 60% van de lading vast.
Lading wordt tegengehouden door het kopschot. Bij een XL kopschot is dit 50% van het ladinggewicht.
Het restant wordt met spanbanden vastgezet. Met neerbinden wordt per spanband 500kg gezekerd.
Bouwvervoer sinds 2010
De lichtgewicht kraanwagens van Bouwvervoer hebben sinds 2007 XL kopschotten en sinds 2010 antislipvloeren. Met deze auto’s wordt vaak de volledige lading zonder spanbanden gezekerd.
Een XL kopschot kan 50% van het toegestane laadvermogen tegenhouden. Bij 34 ton lading kan dit 17 ton zijn. Een standaard kopschot kan slecht 5 ton zekeren.
17 ton is veel maar dan moet de lading wel zonder tussenruimte opgesloten tegen het kopschot staan. Er mag geen lege ruimte of pallethaak/klem voor de lading staan.
Wrijving zorgt ervoor dat lading vaststaat. Onze gecertificeerde antislipvloer heeft een hoge weerstand en zorgt dat 60% van de lading vaststaat.
Controleer of het certificaat bij de opleggerpapieren zit zodat je dit bij een controle kan laten zien.
Voorbeelden ladingzekering
Voorbeeld 1: Lading onder de schotten
De lading bouwmaterialen staat op een antislipvloer met een wrijvingcoefficient van 60%. Zijwaarts is geen aanvullende zekering nodig omdat de wrijving van 60% groter is dat de wettelijke zijwaartse norm van 50%. Voorwaarts is het XL kopschot sterk genoeg om samen met de hoge wrijving boven de norm van 80% uit te komen. De lading moet wel goed opgesloten zijn tegen het kopschot en dit betekent dat er geen ruimte tussen de lading en het kopschot mag zitten. De berekening van deze belading staat onder het voorbeeld.
Voorbeeld 2: Lading met 2e laag waarbij de pallets en stenen opgesloten staan tegen het kopschot
Deze lading bouwmaterialen staat op een antislipvloer met een wrijvingcoefficient van 60% met daarbovenop een tweede laag vormvaste pallets. De onderlinge wrijving van hout op steen en steen op steen is 50% (zie onderstaande meting).
Zijwaarts is geen aanvullende zekering nodig omdat de wrijving van 50% gelijk is aan de zijwaartse norm van 50%. Voorwaarts staat zowel de onderste laag als de tweede laag van pallets en elementen op de tweede rij goed opgesloten tegen het XL kopschot. De lading is voldoende gezekerd en er zijn geen spanbanden nodig. De berekening staan onder het voorbeeld
Voorbeeld 3: Lading met pallets die niet opgesloten tegen het kopschot staan
Deze vracht stenen staat op een antislipvloer met een wrijving van 60% met daarbovenop vormvaste houten pallets op stenen met een onderlinge wrijving van 50%. Maar de lading is niet opgesloten tegen het kopschot. De wrijving van deze pallets is kleiner dan de voorwaartse krachten van 80% bij een noodstop en daarom zijn er extra spanbanden nodig.
Het effect van neerbinden met spanbanden is kleiner dan je verwacht. Je verhoogt de neerwaartse druk en dan neemt de wrijving toe waardoor lading minder snel gaat schuiven. Per spanband is dit slecht 500 tot 800 kg!
Overige uitgangspunten
Bovenstaande berekeningen gaan uit van vormvaste en stabiele pallets. De fabrikant is verantwoordelijk voor een vormvaste verpakking. Als het pak niet vormvast is moeten er extra spanbanden en eventueel hoeklijnen toegepast worden.
Een chauffeur mag boven de 2 meter niet zonder voorzieningen over de lading lopen. Voor de veiligheid zekert de chauffeur de lading vanaf de grond.
De chauffeur is verantwoordelijk voor een goede ladingzekering. Hij moet minimaal 10 onbeschadigde spanbanden met ergo ratel in de auto hebben. En het XL- en antislipcertificaat moet hij bij een controle tonen.
Bij deze berekeningen zijn de standaard VDI waarden aangehouden. De wrijving van een houten pallet op stenen/elementen is 50% (zie onderstaande foto)
